1 Fysieke beveiliging
Dat datacenters continu worden aangevallen door cybercriminelen zal niemand verbazen. Het aantal pogingen door onverlaten kan oplopen tot 200 keer per seconde. Maar ook de fysieke beveiliging en bewaking is van belang. Iedereen die wel eens een datacenter bezocht weet dat je niet zomaar de datavloer zult bereiken. Je moet door een ‘toegangssluis’. Op verschillende momenten wordt om legitimatie en het doel van het bezoek gevraagd. Er zijn in de markt gespecialiseerde dienstverleners actief die personeel detacheren dat specifieke trainingen volgde voor het bewaken van het gebouw en de assets van een datacenter.
2 Sloten en monitoring
Ook tijdens het bezoek aan, of het werken in een datacenter worden activiteiten gemonitord. Zo zijn er verschillende datacenters die het gewicht van personen die het pand betreden en verlaten wegen om vast te stellen of die waarden veel van elkaar verschillen. ‘Zomaar’ een server naar binnen of buiten slepen zal niet lukken. Een bedrijf als Rittal is gespecialiseerd in het afsluiten van de racks en serverkasten, zodat onverlaten, al dan niet opzettelijk, geen apparatuur of bekabeling kunnen aanraken. Ook bij die kasten is sprake van een sluissysteem. Alleen mensen met een bepaalde elektronische sleutel kunnen bij de hardware komen. Van daaruit is de stap klein naar monitoring: dan kun je in de logfiles zien wie bij de servers is geweest. De laatste stap is bewaking met camera’s, daarmee registreer je ook wát iemand in de ruimte heeft gedaan.
3 Slimmere, dark datacenters
Als er minder mensen in een datacenter rondlopen hoef je ook minder individuen te controleren (en speel je in op de krappe arbeidsmarkt). Op SaaS gebaseerde IT-Operations oplossingen (AIOps) maken geautomatiseerd beheer op afstand mogelijk. Er brandt in het gebouw letterlijk geen licht omdat er geen on-site personeel is.
4 Duurzame en schone koeling
De energieconsumptie van datacenters is vaak in het nieuws. Afgezien van het feit dat een datacenter vaak duurzamer is dan de verschillende on-premise omgevingen die het vervangt, zijn de aanbieders van colocatie beslist bezig met verduurzaming van hun installaties. Een voorbeeld daarvan zien we bij het gebruik van koelwater. Zo bracht Pathema een chemievrije koelwaterbehandeling op de markt, die ook nog eens gebruik maakt van gerecyclede waterstormen. Dit gebeurt door geen drinkwater, maar oppervlakte- of afvalwater te gebruiken en het vervolgens schoon terug te geven aan de omgeving. Op deze manier wordt het milieu minder belast.
5 UPS en duurzaamheid
Ook datacenters maken steeds vaker (gedeeltelijk) gebruik van lokaal opgewekte stroom. Bijvoorbeeld van zonnepanelen op het dak, of een windmolen in de buurt. Dynamic Grid vangt de instabiliteit op die kan ontstaan bij de inzet van hernieuwbare energiebronnen, zoals zon en wind. Het moet de balans waarborgen in de energievoorziening, die meer fluctueert als het uit dit soort bronnen wordt opgewekt, stelt leverancier Vertiv. De Dynamic Grid oplossingen vangen dit op en dragen zo bij aan het verlagen van de CO2-voetafdruk. Het stelt ook energie-intensieve organisaties in staat om hun UPS-systemen proactief in te zetten – dus niet alleen bij een calamiteit.
6 Glasvezel-innovaties
Systemen in datacenters worden compacter, terwijl snelheden en datavolumes sterk groeien. Om hierop in te spelen introduceerde CommScope bijvoorbeeld 16-glasvezel bekabeling om de snelgroeiende 400 Gbps en 800 Gbps snelheden te ondersteunen, evenals de opkomende 1,6 Tbps snelheden. Dit stelt leading edge netwerkarchitecturen in staat om een grotere capaciteit te leveren aan eindapparatuur met een verhoogde efficiëntie, waardoor tijd en energie wordt bespaard en tegelijkertijd de kosten per Gigabit sterk worden gereduceerd.
7 Cloud beïnvloedt on-premise
De discussie over cloud versus on-premise is in veel gevallen voorlopig geëindigd in een status quo. Beide vormen worden gebruikt in een hybride omgeving. On-premise betekent daarbij niet dat de apparatuur onder het bureau van de gebruiker hoeft te staan – dat kan ook in een extern datacenter zijn.
De opmars van clouddiensten heeft wel gezorgd voor een verandering in de mindset. Men is inmiddels gewend aan diensten die op ieder moment wanneer nodig direct geactiveerd kunnen worden. Dit wordt inmiddels nadrukkelijk ook verwacht van een on-premise omgeving, en daarmee ook van het datacenter waar de services draaien. De zogenaamde time to capacity is nu essentieel.
Wanneer een oplossing eenmaal is gespecificeerd, accepteren mensen geen doorlooptijden van maanden meer, zelfs een paar dagen is vaak al een te forse tijdspanne.
Geïntegreerde oplossingen die gemakkelijk kunnen worden uitgebreid (en verplaatst) vormen een belangrijke factor voor het verkorten en garanderen van deze time to capacity. Leveranciers moeten direct hardware kunnen aanbieden, maar ook een breed scala aan monitoring- en beheeroplossingen, alsmede kennis en ondersteuning voor implementatie, exploitatie en optimalisatie.
[Dit artikel is eerder gepubliceerd in ChannelConnect juli 2022]