“De stelling klopt in elk geval als we stellen dat datacenters altijd toekomstgericht investeren.” Daarmee wijst Brouwer op het feit dat deze organisaties altijd vooruitlopen op de marktontwikkelingen, door het installeren van capaciteit die ze verwachten op termijn nodig te hebben. “Dat betekent dat de hele infrastructuur, waaronder ook de koeling valt, vaak veel krachtiger is dan men actueel gebruikt. Zo wordt er bijvoorbeeld voor 5 megawatt aan koelvermogen geïnstalleerd – tijdens de bouw, een update van het gebouw, of bij een complete retrofit – terwijl de organisatie in eerste instantie maar 1 of 1,5 megawatt gebruikt.”
Dat brengt met zich mee dat datacenters doorgaans piekbelastingen redelijk makkelijk kunnen opvangen. “Dit geeft msp’s die eigen of beheerde apparatuur van hun klanten in een datacenter plaatsen, de ruimte om zonder veel problemen hun diensten op te schalen in capaciteit.”
Dit geeft msp’s de ruimte om op te schalen
Het houden van een reserve voor de toekomst is natuurlijk commercieel van belang. “Als een nieuwe klant komt die 5 megawatt aan capaciteit nodig heeft en je hebt nog maar 3 megawatt beschikbaar, dan heb je een probleem als datacenter. Als je die klant niet af wilt wijzen, zul je het pand moeten uitbreiden, wat niet op heel korte termijn te realiseren is. Of afscheid nemen van een bestaande klant. Dat wil je natuurlijk niet.”
Elektriciteitsnet als bottleneck
Veel belangrijker is echter het gecontracteerde vermogen bij de provider van stroom. “Als je bij de bouw bijvoorbeeld 100 megawatt contracteerde en je gebruikt er lange tijd maar vijftig, dan is dat een mooi uitgangspunt.” Die andere 50 megawatt heb je, in een tijd dat het stroomnet overvol is en het aanvragen van extra vermogen lang duurt, hard nodig om in te kunnen spelen op veranderingen in de markt, legt Brouwer uit.
De directies van datacenters zijn continu bezig met het stroomverbruik en de vraag of ze in de toekomst het verwachte vermogen kunnen leveren. “Dat is ook de kracht van datacenters en daarom zijn ze zo interessant voor partners. Het is die kennis die wellicht niet altijd landt bij msp’s.” Want, zo betoogt Brouwer, als je op de hoogte bent van de reserves die de datacenters op dit gebied hebben, dan kun je zelf als partner ook zekerheid bieden aan je eindklanten. En dat is van belang, want hoewel de hoeveelheid data al lange tijd enorm groeit, wordt die eigenlijk altijd onderschat.
Het is die kennis die wellicht niet altijd landt bij msp’s
Stulz speelt daarop in door het feit dat de buiten-koelunits modulair zijn in te passen. “Werk je met een basiselement van bijvoorbeeld 2 megawatt, dan kun je theoretisch steeds met 2 megawatt uitbouwen en uitbreiden.” Brouwer gebruikt niet voor niets het woord theoretisch, want naast het maximaal beschikbare vermogen aan stroom, is er nog een beperkende factor die van belang is voor de koeling: de oppervlakte van het dak van het datacenter. “En dat niet alleen, je moet ook alle leidingen en andere onderdelen van de koeling binnen kwijt kunnen.”
Interessante sector
Zeker op het moment dat een msp voor zijn eindklant gebruik gaat maken van high density-koeling kan een uitdaging ontstaan. “Wanneer je van 5 kilowatt per rek naar 30 kilowatt wilt gaan, en je bijvoorbeeld met chip-on-koeling gaat werken, dan heb je per vierkante meter veel meer koelvermogen nodig. En dan zien we in de praktijk dat het dak de bepalende of belemmerende factor wordt.”
Zo komen veel factoren bij elkaar die partners en zeker ook mkb-eindklanten (die in sommige gevallen net zoveel data willen kunnen verwerken als het grootbedrijf) zich niet realiseren. “Alle partijen die betrokken zijn, bij het ontwerp, de inrichting en het in bedrijf houden van een datacenter, moeten van alle markten thuis zijn. Dat maakt deze sector ook zo speciaal en interessant.”
Microdatacenters
Tot nu toe ging het gesprek over datacenters. Nu vragen we Brouwer wat voor hem de onderkant van de markt is als het gaat om het leveren van toepassingen. “Het microdatacenter is voor kantooromgevingen, advocatenkantoren, gezondheidscentra of hotels een interessante oplossing,” luidt het antwoord.
Daarbij gaat het bijvoorbeeld om twee racks in een serverkast, waarin ook de koeling, een voorziening voor noodstroom en een brandblussysteem zijn ondergebracht. Brouwer wijst er wel op dat over de juiste plaatsing van een dergelijke oplossing goed moet worden nagedacht. “Er gaat qua elektriciteit nog steeds een fors vermogen naartoe. De koeling moet wel zijn werk kunnen doen.” Op dat gebied kan een partner dan weer goed advies geven, om ervoor te zorgen dat hij een stabiele en veilige omgeving voor de eindklant kan realiseren.