Vrijheid. Zo maar een woord dat regelmatig in allerlei contexten wordt gebruikt en voor iedereen een andere betekenis heeft. Neem nou het fenomeen autorijden in combinatie met vrouwen en Saudi-Arabië. Officieel was het in Saudi-Arabië tot 2018 niet verboden voor vrouwen om in een auto te rijden. In de praktijk was dit simpelweg onmogelijk doordat zij bij geen enkele rijschool een rijbewijs kónden halen. Schijnvrijheid dus! En een delinquent die na het uitzitten van zijn (of haar) straf de maatschappij weer in mag, zal zijn vrijlating ongetwijfeld classificeren als ‘leven in vrijheid’. Vrijheid wordt dan ook gezien als ‘dat doen wat anderen ook kunnen en mogen doen’. En dat geldt blijkbaar ook voor de definitie van internetvrijheid: een open en wereldwijd netwerk zonder belemmeringen. En wat mij betreft stippen we daarmee een groot hedendaags probleem aan. ‘Zonder belemmeringen’ staat anno 2019 synoniem voor een internet vol doodswensen, waar trollen en reaguren tot nieuwe norm is verheven.
Hoewel er genoeg negatiefs te melden is over het gebruik van internet – en er zelfs stemmen opgaan om “het internet te repareren” – heeft het world wide web ons leven voorgoed veranderd. Zo zijn er nieuwe business-modellen ontstaan: daten doen we niet meer half dronken in de kroeg of door middel van het plaatsen van een advertentie ‘partner gezocht’ in de landelijke zaterdagkrant. We swipen ons thuis op de bank een ongeluk met datingapps in alle ‘geuren, kleuren en smaken’. En die winkel waar de kassière al kauwgom kauwend het vijlen van haar nagels prioriteert boven het helpen van de klant? Die keren we natuurlijk definitief de rug toe. Internetvrijheid betekent in dit geval namelijk ook winkelen waar jij dat wilt en wanneer jij dat wilt. En laat de service wat te wensen over? Dan geef je ze ervan langs op een van de talloze beoordelingssites die het internet inmiddels rijk is. Dat zal ze leren!
Waar men vroeger op een zeepkist ging staan op een dorpsplein om een boodschap te verkondigen, ben je nu binnen één minuut eigenaar van een domeinnaam met klinkende namen zoals heelsneloprotten.nu, mijnexiseenhond.nl of ikmaakgehacktvanje.nl. En na een WordPress-installatie en het uitzoeken van een kek thema, ben je klaar om op alle sociale-mediakanalen te verkondigen dat je zojuist CEO bent geworden van een coole start-up dat zich bezighoudt met (ahum!) onafhankelijke onderzoeksjournalistiek. En o ja, via een hippe crowdfundingactie kun je zelfs mede-eigenaar worden van ongezoutenmeningen.nl en ga je precies dat doen waar de site voor in het leven is geroepen: ongezouten (en bij voorkeur ongefundeerd) jouw mening geven. Iemand beschuldigen van fraude of oplichting, sextortion, slutshaming en reaguren tot in de gloria was nog nooit zo makkelijk. Want de verworden vrijheid die internet met zich meebrengt, gaat hand in hand met het verschuilen achter ‘vrijheid van meningsuiting’. En dus komt een eigenaar van een blogsite vol leugens, verzinsels en persoonlijke afrekeningen daar gewoon mee weg.
Wordt het niet tijd om ‘internetvrijheid’ opnieuw te definiëren? Een definitie waar fatsoen – wat mij betreft – weer de nieuwe norm wordt. Want zolang wij het open internet misbruiken voor persoonlijk gewin en het ongegeneerd affakkelen van anderen, is het internet niet langer een zegen maar een regelrechte vloek.
Mary-Jo de Leeuw is Director of Cybersecurity Advocacy for Europe, Middle East and Africa bij (ISC)Ç
Reageren? M@ry-Jo.nl
[Dit artikel is eerder gepubliceerd in ChannelConnect magazine 2019, nummer 3]