Een zo laag mogelijk energieverbruik is belangrijk voor het succes van veel Internet of Things (IoT)-projecten. Het verbruik van sensoren kan flink omlaag, bewijst onderzoeker Harijot Singh Bindra, verbonden aan de Universiteit Twente.
Een sensor in een IoT-oplossing moet weinig energie verbruiken zodat er zo min mogelijk batterijen nodig zijn. In het beste geval haalt de sensor energie uit zijn omgeving, bijvoorbeeld licht of beweging. Zo werd in het project ‘Plantenna‘, dat de gezondheid van planten monitort, energie uit de plant gehaald. In andere gevallen blijft een batterij noodzakelijk, maar die moet zo min mogelijk gewisseld hoeven worden.
Het omzetten van fysieke signalen naar digitale informatie is verantwoordelijk voor een belangrijk deel van het energieverbruik. Volgens Bindra is daar veel winst te halen. Bovendien kunnen sensoren dankzij slimme technieken zuiniger te werk gaan. Op dit moment staan sensoren altijd ‘aan’ om veranderingen te meten. Door een zuiniger schakeling te gebruiken kan het energieverbruik twee tot drie keer lager (technische details hier).
Dit alles betekent bijvoorbeeld dat een batterij van het ‘button cell’ type meer dan tien jaar mee kan. Dankzij deze technologie is het wereldrecord voor energiezuinige dataconversie voor IoT-oplossingen weer in handen van de Universiteit Twente.