Het digitaal volgen van mensen op straat via hun mobiele apparatuur is alleen bij hoge uitzondering toegestaan. Bij wifitracking en andere digitale volgmethoden worden er bijna altijd persoonsgegevens verwerkt, waardoor het onder de privacyregels valt. Dat concludeert de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).
Via wifitracking volgen bedrijven mensen op straat, in winkelcentra of op stations. Ze gebruiken daarbij gegevens die ze ontvangen van mobiele apparatuur. Volgens de AP zijn er drie gronden waarop bedrijven dit kunnen doen. Er kan toestemming zijn gegeven door de consument, er kan sprake zijn van een gerechtvaardigd belang of het is nodig voor het uitvoeren van een overeenkomst. Dan nog moeten bedrijven aan strikte voorwaarden voldoen. Het moet bijvoorbeeld noodzakelijk zijn voor het handhaven van de veiligheid. De AP heeft op haar website uitleg gepubliceerd.
Met behulp van wifitracking houden bedrijven grote groepen mensen in de gaten dankzij het signaal van hun mobiele telefoons. Het wordt veel gebruikt in winkelcentra of andere (semi-)openbare plekken. AP-bestuursvoorzitter Aleid Wolfsen: “Het is een groot goed om je in het openbaar onbespied te wanen. Er zijn vrijwel geen redenen die het volgen van winkelend publiek of reizigers rechtmatig maakt. Bovendien zijn er minder ingrijpende methoden om hetzelfde doel te bereiken, zonder schending van de privacy.”
Ook als de gegevens gepseudonimiseerd worden verwerkt en bewaard, is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van toepassing.