Peter de Jong, CEO van Bytesnet
Veel organisaties hebben drempelvrees bij het uitbesteden van datacenterdiensten. Zeker in een ander deel van het land. “Een regionaal datacenter is dan een goede oplossing”, stelt CEO Peter de Jong van Bytesnet.
Bytesnet is begonnen als regionaal data- center in Groningen en heeft sinds 2009 een eigen locatie in Rotterdam. In Groningen verrijst binnenkort een state-of-the-art datacenter met 5.000 vierkante meter op de Zernike Campus in de stad Groningen. CEO Peter de Jong heeft daar bewust voor gekozen. “Groningen lag in 1999 voor op andere regio’s.” Zijn collega Michael Arbman beaamt dit. Hij is business development manager bij Bytesnet en noemt de innovaties in de provincie ‘echt fenomenaal’. “In Groningen worden proeven gedaan met 5G, de RDW test zelfrijdende auto’s en er wordt onderzoek gedaan met drones en op het gebied van energietransitie.”
‘Klanten bellen mensen die ze kennen, niet naar afdelingen’
Het nieuwe datacenter wordt in het derde kwartaal van 2018 geopend. Opvallend is het zogenoemde Datalab dat wordt ingericht voor bedrijven, studenten en wetenschappers, legt Arbman uit. “We zitten dichtbij de universiteit en de Hanze Hogeschool, hierdoor kunnen bedrijven en studenten er werken aan innovaties op het gebied van big data, elektrotechniek, energietransitie en koeling.”
Buiten de deur
De regionale en persoonlijke strategie is bij Bytesnet heel belangrijk, ook bij het uitbesteden van IT. “Bedrijven plaatsen steeds meer buiten de deur omdat ze zelf steeds moeilijker aan allerlei wet- en regelgeving kunnen voldoen. Dan is de keuze voor een regionaal datacenter makkelijker dan een datacenter elders in het land”, vertelt De Jong. “Klanten willen toch gevoel houden met de plaats waar hun data, applicaties en apparatuur staat. Ze willen erbij kunnen. Dat is niet alleen iets emotioneels of gevoelsmatigs, er is altijd wel onderhoud of iets anders te doen als een organisatie veel racks heeft. Dan komt die nabijheid goed van pas.”
“Een belangrijk onderdeel van ons regionale concept is dat klanten die ons bellen altijd regionale personen aan de lijn krijgen”, zegt Arbman. “Mensen bellen naar mensen en niet naar nummers en afdelingen.”
Twin-locatie
De grote organisaties en data-intensieve mkb-bedrijven waar Bytesnet zich op richt, vragen ook steeds vaker om een twin-locatie of een tweede redundante locatie als reserve bij problemen met de primaire locatie. “Wij brengen die verzoeken onder bij een extern datacenter. We huren dan ruimte bij een ander datacenter en regelen alle verbindingen. Ook dark fibers, inclusief apparatuur en belichting en monitoring”, vertelt de Jong. “Overigens gaat het niet alleen om redundantie van stroom en datalijnen, maar ook om economische redundantie. Daarin zijn we onderscheidend.”
“We bewijzen dat we betrouwbaarheid, beschikbaarheid en continuïteit kunnen garanderen en daarmee winnen we het vertrouwen van klanten en besteden ze steeds meer diensten aan ons uit. Want uiteindelijk verkopen wij vertrouwen en continuïteit”, besluit Arbman. En dat bewijzen we niet alleen met de certificering maar vooral door het dagelijks te laten zien.”
[Dit artikel is eerder gepubliceerd in het Datacenter & Cloud Dossier 2017]