In mijn vak maakt het weinig uit waar ik werk. Zolang ik maar een laptop, smartphone en betrouwbare internetverbinding heb, kan ik redelijk uit de voeten. Dankzij het vrij verkeer van diensten kan ik ook zonder problemen mijn diensten aanbieden aan klanten in de EU. Daarom tik ik deze column achter mijn bureau in een regenachtig Warschau, in plaats van achter een bureau in een regenachtige Randstad of daar net buiten. Anderen maken het nog bonter en gaan op wereldreis, terwijl ze gewoon aan het werk blijven. Die bofkonten liggen aan een strand of leuten aan een veel te dure koffie in een Starbucks.
Voor clouddiensten werkte dat tot voor kort anders. Doordat verschillende landen verschillende wet- en regelgeving erop na houden, is het enkele jaren standaardbeleid geweest om data op zijn minst in eigen land te houden. Het is hoe dan ook een stap die ze hebben gezet, want niet zo heel lang geleden mocht dergelijke data niet eens buiten de eigen bedrijfsmuren komen.
Maar nu kunnen ze de volgende stap gaan zetten. Immers juridisch worden
de drempels langzamerhand weggehaald. Met GDPR worden de regels rond databescherming binnen de Europese Unie min of meer gelijkgeschakeld. Opeens kunnen organisaties vrijer omgaan met locaties voor gegevensopslag.
Dat is op het eerste gezicht goed voor datacenters in Nederland. De infrastructuur is uitstekend, de opleidingen zijn goed en de oriëntatie is altijd al vrij internationaal geweest. Laat die clouddata van bedrijven uit Duitsland, België, Frankrijk, Spanje, Polen, Italië enzovoorts maar komen! Alleen die Britten doen wellicht een beetje raar, maar dat deden ze altijd al.
En toch is het opletten dat de Nederlandse datacentermarkt zich niet door te veel euforie laat meevoeren. Clouddiensten kunnen natuurlijk vrijer shoppen voor waar ze de gegevens plaatsen. Maar zoals veel consumenten in de supermarkt liever voor huismerk pindakaas gaat dan voor Calvé, zo zullen veel dienstverleners ook expliciet naar de prijs kijken. De infrastructuur is in heel Europa redelijk tot goed en voor lang niet alle diensten moet je binnen drie blokken van een internet exchange te zitten voor een goede beleving.
Opeens promootte Microsoft tijdens een sessie dit jaar haar samenwerking met partners in Litouwen. In Midden- en Oost-Europa stikte het al van technisch goed onderlegde werknemers en ook hier beginnen datacenters deel uit te maken van het landschap. In Scandinavië worden specifiek voor datacenters belastingen op stroomgebruik verlaagd. Het moge duidelijk zijn, wie geen knooppunt heeft, kan het op prijs proberen.
Het is iets waar de datacenterleveranciers in Nederland volgens mij best op mogen gaan letten. Want meestal is de goede oude onderbuik het enige dat klanten nu nog weerhoudt van het verplaatsen van data naar het buitenland.
Reageren? michiel@channelconnect.nl
[Dit artikel is eerder gepubliceerd in het Datacenter & Cloud Dossier 2017]