Een panelgesprek opende vorige week de Green Data Center Conference, die Dutch Data Center Association (DDA) mede organiseerde.
Discussieleider Kees Verhoeven, in een vorig leven Kamerlid voor D66 maar nu eigenaar van bureau Digitale Zaken benadrukte, aan het begin van de conferentie, nog eens het feit dat datacenters een cruciale rol spelen in de digitale samenleving van vandaag. “Ze vormen de ruggengraat van de moderne economie, van onlinediensten tot cloudopslag en data-analyse.”
Maar de groei van deze digitale infrastructuur roept vaak vragen op over de impact op het milieu, de energievoorziening en de leefomgeving, wist Verhoeven. Met drie panelleden ging hij in gesprek over de kansen en uitdagingen die rond dit onderwerp spelen.
Investeren in duurzame technologie
Gerard Schouw, onafhankelijk bestuurlijk aanjager, opende het gesprek met een duidelijke boodschap: “datacenters zijn essentieel voor de werking van onze digitale maatschappij.” Hij benadrukte de groeiende vraag naar data en de infrastructuur die nodig is om deze data te verwerken en op te slaan.
Als adviseur richt Schouw zich op het vraagstuk van netcongestie. “Dit is een zorg die steeds relevanter wordt door de uitbreiding van datacenters, die enorme hoeveelheden energie verbruiken.” Schouw pleitte voor slimme, strategische oplossingen om netcongestie te voorkomen, zoals het gebruik van duurzame energiebronnen en innovaties in energie-efficiëntie. “Nederland zal zich echter moeten voorbereiden op de toekomst door meer te investeren in duurzame technologieën om de energietekorten die ontstaan door de datacentersector te voorkomen.”
Provincie speelt leidende rol bij datacenters
Esther Rommel, gedeputeerde voor onder meer Ruimtelijke Ordening en Economie van de provincie Noord-Holland, deelde haar ervaring met datacenters in haar regio. “Het is bij ons de provincie die al jarenlang een leidende rol speelt in de ontwikkeling van de digitale infrastructuur.” Noord-Holland kreeg te maken met een toenemend aantal aanvragen voor datacenters, meldde Rommel, wat leidde tot chaos en vertraging in de vergunningverlening. “Daarom kozen we voor een gestructureerde benadering, waarbij datacenters in clusters worden geconcentreerd, zoals in Amsterdam en Haarlemmermeer.” Volgens de gedeputeerde hielp beleid om overzicht te behouden en de druk op de vergunningsprocessen te verlichten.
Rommel benadrukte daarbij, dat datacenters niet alleen lokaal, maar ook nationaal van belang zijn, bijvoorbeeld voor sectoren als de gezondheidszorg. “Die zijn immers afhankelijk zijn van een gedegen digitale infrastructuur.” Hoewel de voordelen van datacenters vaak onzichtbaar zijn voor de lokale bevolking, is de beschikbaarheid van data essentieel voor de werking van de samenleving, aldus de gedeputeerde.
Rommel benadrukte om die reden, dat datacenters niet alleen lokaal, maar ook nationaal van belang zijn, bijvoorbeeld voor sectoren als de gezondheidszorg. “Die zijn immers afhankelijk zijn van een gedegen digitale infrastructuur.” Hoewel de voordelen van datacenters vaak onzichtbaar zijn voor de lokale bevolking, is de beschikbaarheid van data essentieel voor de werking van de samenleving, aldus de gedeputeerde.
Gemeente Diemen ziet perceptie kantelen
Haar betoog werd aangevuld door Matthijs van den Berg. Hij is wethouder Duurzaamheid in de gemeente Diemen. Van den Berg bracht het lokale perspectief in de discussie. “Het is helaas zo dat lokale gemeenschappen vaak een negatieve houding hebben ten opzichte van datacenters.” Issues zijn daarbij zorgen over het energieverbruik, de esthetiek van de gebouwen en de milieueffecten. “Maar in Diemen is het sentiment aan het veranderen, meldde de wethouder trots. “We zijn actief aan de gang gegaan met het bespreken van de rol die datacenters kunnen vervullen als duurzame warmtebron.”
Door de restwarmte van datacenters terug te leveren aan het lokale warmtenet, kunnen ze immers bijdragen aan de verduurzaming van de regio. “Dit idee heeft de perceptie van datacenters in Diemen aanzienlijk veranderd,” kon Van den Berg melden. “Namelijk van ‘energie slurpende, grijze dozen’ naar duurzame energiebronnen die ten goede komen aan de gemeenschap.”
Nationale en Europese aanpak
Discussieleider Verhoeven bracht vervolgens de geopolitieke implicaties van datacenters ter sprake. Gerard Schouw, onafhankelijk bestuurlijk aanjager, introduceerde het concept van strategische autonomie. “Dat is mijns inziens een belangrijk onderwerp in de Europese politiek”. Hij waarschuwde dat Europa, in tegenstelling tot de VS en andere economische grootmachten, nog onvoldoende investeert in strategische sectoren zoals technologie en digitalisering. “Ik pleit daarom voor een nationale en Europese aanpak om technologische onafhankelijkheid te waarborgen. Zonder investeringen in deze sectoren zal Europa zijn concurrentievermogen verliezen.” Schouw benadrukte dat Nederland zijn digitale infrastructuur moet versterken om internationaal concurrerend te blijven.
Interbestuurlijke samenwerking
Een belangrijk thema in het gesprek was de samenwerking tussen verschillende bestuurslagen – lokaal, provinciaal en nationaal. Matthijs van den Berg benadrukte het belang van gezamenlijke verantwoordelijkheid, vooral bij het ontwikkelen van een datastrategie en het beheersen van netcongestie. “Ik ben een groot voorstander van duidelijke richtlijnen vanuit de provincie en het Rijk, zodat gemeenten niet alleen staan in het vinden van oplossingen voor de complexe vraagstukken rond datacenters. Interbestuurlijke samenwerking is volgens de wethouder van Diemen cruciaal om tot een gezamenlijke en duurzame oplossing te komen.
Datacenters als onderdeel van verduurzaming
Tot slot werd er gesproken over de toekomst van datacenters en de noodzaak om economische groei te combineren met ecologische verantwoordelijkheid. Het panel was het erover eens dat duurzame toepassingen, zoals het hergebruik van warmte, essentieel zijn voor het verkrijgen van lokale steun voor datacenterprojecten. “In de toekomst moeten datacenters niet alleen als digitale infrastructuur worden gezien, maar ook als actieve deelnemers in het verduurzamingsproces,” was de consensus op het podium.