In 2019 zijn er 265 miljoen mobiele IoT-modules verkocht. Dat blijkt uit cijfers van onderzoeksbureau Berg Insight. Het gaat om een toename van 22 procent. De omzetgroei kwam uit op 7 procent. 

Dat de omzet minder hard toenam, had te maken met een hogere prijsdruk en de royale verkoopaantallen van laaggeprijsde LPWA-modules. De komende vijf jaar verwacht Berg Insight een verdere groei, mede dankzij de vraag naar IoT-modules voor LTE-M en NB-IoT.

De onderzoekers verwachten voorlopig geen hoge omzetten voor 5G IoT-modules. De eerste 5G-netwerken zijn in bedrijf, maar 5G IoT-modules zijn nog nauwelijks verkrijgbaar. Dat zal op zijn vroegst veranderen in de tweede helft van 2020. De eerste 5G-producten zijn naar verwachting routers en gateways. Auto’s met 5G IoT-modules aan boord zullen pas in 2021 mondjesmaat op de markt verschijnen. Op termijn zullen ook videocamera’s en andere multimedia-apparatuur de beschikking krijgen over 5G IoT-modules.

De vijf grootste leveranciers van IoT-modules (Quectel, Sierra Wireless, Thales, Sunsea AIoT en Telit) zijn gezamenlijk goed voor 71 procent van de markt. De bedrijven zagen hun omzet stijgen met 5 procent naar 2,2 miljard dollar. De totale marktwaarde bedroeg 3,1 miljard. De grootste leverancier van mobiele IoT-modules was in 2019 Quectel. Het bedrijf nam het stokje over van Sierra Wireless, dat terugviel naar een tweede plek. Op nummer drie stond Thales.

In 2020 zullen leveranciers van mobiele IoT-modules last hebben van de coronacrisis, al gaan veel projecten gewoon door, schrijven de onderzoekers. Te denken valt aan installaties van slimme meters. Wel lopen dit soort projecten soms vertraging op waardoor de markt minder hard zal groeien. Eenzelfde effect heeft het sluiten van fabrieken die mobiele IoT-modules verwerken, bijvoorbeeld door autoproducenten.

Onderzoekers van de TU Delft hebben een sensor ontwikkeld die maar 11 atomen groot is. De sensor is in staat om magnetische golven op te vangen en bestaat uit een antenne, een uitleesscherm, een resetknop én een harde schijf.

De onderzoekers willen met de atomaire sensor meer te weten te komen over het gedrag van magneetgolven. In theorie kan het gebruik van zogeheten spintronica zorgen efficiëntere elektronische dataverwerking. Hierbij worden er geen elektrische signalen gebruikt voor het versturen van gegevens, maar magnetische signalen.

Minpunt is dat werken met magnetische signalen gecompliceerd is, met name op de piepkleine schaal van computerchips. De golven bewegen razendsnel waardoor ze in nanoseconden verdwenen zijn. Bovendien zorgen de wetten van de quantummechanica ervoor dat de golven in meerdere richtingen tegelijk kunnen bewegen. Dit maakt ze extra ongrijpbaar.

Om ze toch te kunnen bestuderen hebben onderzoekers van de TU Delft een minuscuul apparaatje ontwikkeld. Het bestaat uit elf atomen en is voorzien van een antenne, uitleesscherm, resetknop en harde schijf die de meetresultaten opslaat. De kern van de uitvinding is dat het apparaat vliegensvlug onthoudt of er een magnetische golf voorbijgekomen is.

De onderzoekers hebben het apparaat aangesloten op magnetische atoomdraadjes. De resultaten zijn veelbelovend: de golven bewogen heel eigenaardig, zoals je zou verwachten volgens de quantummechanica. De volgende stap is om de techniek toe te passen op ingewikkelder schakelingen om meer inzicht te krijgen in het gedrag van spintronica.

 

Het Verenigd Koninkrijk wil Huawei-apparatuur vanaf 2023 gaan weren van de Britse telecomnetwerken. Dat zeggen Britse overheidsmedewerkers tegen de Financial Times. De Conservative Party van premier Boris Johnson zou bezorgd zijn over de nationale veiligheid.

Apparatuur van het Chinese bedrijf zou onder meer uit nieuwe 5G-netwerken worden geweerd. Ook in bestaande netwerken moeten onderdelen van Huawei worden vervangen door apparatuur van andere merken.

Plan in werking

Om dat voor elkaar te krijgen, heeft Johnson volgens de FT een plan in werking gezet, zodat de Huawei-apparatuur over drie jaar niet meer wordt gebruikt in Britse netwerken. De premier is het volgens de bronnen niet eens met een eerdere overeenkomst over 5G-apparatuur, die nog door zijn voorganger Theresa May is gesloten.

Beperkte toegang tot Brits 5G-netwerk

In januari van dit jaar besloot de regering van het Verenigd Koninkrijk dat aanbieders met ‘hoge risico’s’, waaronder Huawei, een beperkte rol kregen in de uitrol van het 5G-netwerk in het land. Huawei mocht volgens het besluit wel meedoen, maar zou geen toegang krijgen tot ‘gevoelige delen’ van het netwerk.

Vertraging bij 5G-uitrol

Dat besluit moet de komende jaren worden teruggedraaid, zodat Huawei helemaal geen toegang tot de netwerken meer krijgt. Volgens telecomproviders leidt dat waarschijnlijk tot vertraging bij de uitrol van 5G in het land.

Ook andere landen weren apparatuur van Huawei uit hun systemen. Onder meer de Verenigde Staten, Duitsland en Australië zijn bang dat apparatuur van Huawei door Chinese autoriteiten wordt ingezet voor spionage. Hiervoor is overigens nog nooit bewijs geleverd. Huawei zelf blijft ontkennen.

BronFinancial Times

Microsoft is niet van plan om Skype op te laten gaan in Teams. Dat zegt het bedrijf tegen VentureBeat. Ondanks de groeiende populariteit van Teams blijft Microsoft in de toekomst werken aan Skype. Zo geeft het bedrijf aan dat er nieuwe functies in Skype zullen blijven verschijnen.

Microsoft is van plan om in de komende tijd te blijven investeren in de consumentenversie van Skype, zegt Jeff Teper van Microsoft tegen VentureBeat. Enkele maanden geleden gingen er geruchten dat Microsoft de consumentenversie wilde integreren in Teams. Daarvan werd eind maart een consumentenversie uitgebracht. Teper zegt nu dat Skype en Teams prima naast elkaar kunnen bestaan. Hij trekt daarmee de parallel met Facebook, dat met Instagram en WhatsApp ook verschillende communicatietools heeft.

Apps onderling samen laten werken

Net als Facebook is Microsoft van plan de apps onderling te laten samenwerken. Hoe dat precies moet werken, is niet duidelijk. Teper zegt dat Skype genoeg fans heeft om in het programma te blijven investeren. Daardoor komen er ook nog ‘nieuwe features’ in het programma, maar welke dat zijn, zegt Teper niet. Wel zegt hij dat hij verwacht dat Teams in de toekomst populairder gaat worden en dat gebruikers dat waarschijnlijk zullen verkiezen boven Skype.

Gebruik Skype sterk gestegen

Microsoft bracht onlangs voor het eerst sinds 2015 nieuwe gebruikscijfers naar buiten over Skype, het communicatieprogramma dat het in 2011 overnam. Het aantal dagelijkse Skype-gebruikers is sinds de uitbraak van de coronacrisis in maart met meer dan zeventig procent gestegen. Skype heeft nu 40 miljoen dagelijks actieve gebruikers.

BronVentureBeat

Informatiebeveiliger Pinewood heeft een partnerovereenkomst gesloten met Cybereason, specialist in endpoint-beveiliging.

Als onderdeel van de samenwerking zal Pinewood de EPP (Endpoint Protection Platform) en EDR (Endpoint Detection and Response) oplossingen van Cybereason in het portfolio opnemen.

Volgens Arthur van Vliet, operations manager bij Pinewood, verschuift het werk steeds meer van het bedrijfsnetwerk naar mobiele apparaten. “Die mobiele apparaten zijn moeilijker vanuit de traditionele beveiligingsoplossingen te monitoren, laat staan er real-time op in te grijpen. Met Cybereason in het portfolio kunnen we dat nu wel en profiteren klanten van een ‘full service security’ waarbij alle elementen die risico’s lopen meegenomen kunnen worden.”

Cybereason biedt voor endpoints preventie, detectie, response en actieve monitoring, waarbij aanvallen in real-time worden gedetecteerd en gestopt. Pinewood is allround specialist in informatiebeveiliging met een eigen SOC om klanten van uiteenlopende services te voorzien met onder andere als doel hun infrastructuur en netwerk te monitoren. Door de samenwerking met Cybereason kunnen hier nu ook endpoints (servers, laptops, mobiele devices) aan worden toegevoegd.

Amsterdam staat op de tweede plek van de Global Cities AI Readiness Index voor steden tot 3 miljoen inwoners. De ranglijst brengt in kaart welke steden voorbereid zijn op het gebruik van artificiële intelligentie (AI).

Op de eerste plek in de ranglijst staat Stockholm. De lijst is opgesteld door het internationale advieskantoor Oliver Wyman. Amsterdam scoort hoog omdat de stad een heldere visie heeft op AI. De verwachting is dat AI de komende jaren een belangrijke rol gaat spelen in het leven van stadsbewoners, bijvoorbeeld bij het voorspellen van verkeersdrukte, het efficiënt verwerken van afval en het onderhouden van de openbare ruimte.

De hoge score van Amsterdam is mede te danken aan het feit dat de stad relatief veel middelen beschikbaar heeft. Er zijn veel buitenlandse ondernemingen actief die investeren in kennisontwikkeling op het vlak van AI. Ook de Amsterdamse universiteiten leveren een belangrijke bijdrage.

Om AI in goede banen te leiden heeft de gemeente Amsterdam een innovatieteam samengesteld onder leiding van directeur Ger Baron. “AI-toepassingen hebben nu al verregaande impact op de samenhang van de stad,” zegt Baron. “Denk daarbij aan navigatie- of datingapps. We komen nu in de fase dat de gemeente AI kan inzetten voor het oplossen van grote maatschappelijke uitdagingen zoals armoedebestrijding, terrorisme en gezondheidszorg.”

Oliver Wyman waarschuwt dat een slechte voorbereiding op de komst van AI negatieve gevolgen kan hebben. Denk aan banenverlies, maatschappelijke ongelijkheid en een bedreiging zijn voor de privacy. Een goede voorbereiding is belangrijk voor de toekomstige concurrentiepositie en de sociale cohesie van een stad.

Uit de enquête, die onderdeel uitmaakt van het onderzoek, blijkt dat Amsterdammers gemengde gevoelens hebben over de technologie. 64 procent van de ondervraagde Amsterdammers verwacht dat AI voordelen met zich meebrengt. Daar tegenover staat dat 42 procent verwacht dat hun baan binnen 10 jaar geautomatiseerd zal worden.

VMware heeft de tweede generatie van VMware Cloud on Dell EMC, een cloud-dienst die de eenvoud en agility van de public cloud combineert met de veiligheid en controle van enterprise-grade on-premises infrastructuur, vrijgegeven.

Deze VMware-dienst is samen met Dell Technologies ontwikkeld en biedt eenvoudige, veiligere en beter schaalbare infrastructuur as-a-service voor de on-premises datacenters en edge-locaties van klanten.

“IT-teams staan tegenwoordig onder grote druk om de voordelen van een cloud operating-model – snelheid en flexibiliteit – te bieden terwijl ze garant moeten blijven staan voor de veiligheid en compliance”, aldus Fidelma Russo, senior vice president en general manager VMware Cloud on Dell EMC. “VMware Cloud on Dell EMC stelt IT-teams in staat hun operations, beheer en beveiliging van hun on-premises infrastructuur te transformeren naar een cloud-model. Organisaties kunnen bestaande VMware-gebaseerde workloads direct naar deze cloud-dienst migreren waardoor ze herontwikkeling, refactoring en werk aan de architectuur en de daarmee gemoeide kosten kunnen vermijden. Daarbij maximaliseert het de waarde van bestaande IT-inveseringen en het elimineert de potentiele noodzaak voor point IT-tools en gerelateerde processen.”

Meer informatie: www.vmware.com

Het lukt veel bedrijven niet om waarde te halen uit alle verzamelde data. Dat staat in een nieuw rapport van Aruba, onderdeel van Hewlett Packard Enterprise. Er werden 170 IT-beslissers en netwerk-engineers ondervraagd. 

Veel respondenten zijn gefrustreerd door tekortkomingen in datamanagement, staat in het rapport. Een ruime meerderheid (61 procent) zegt dat het niet lukt om volledige controle uit te oefenen over de bedrijfsgegevens, 52 procent zegt niet in staat te zijn om data om te zetten in praktische inzichten en 51 procent ziet het ‘niet holistisch kijken naar data’ als probleem.

Respondenten zien wel kansen om met data de organisatie te verbeteren. Ze noemen de mogelijkheid om een betere klantervaring te bieden (zestig procent), de efficiency te verhogen (38 procent) en de productinnovatie te vergroten (35 procent) als belangrijkste kansen van beter datamanagement.

Beperkingen in bestaande systemen en infrastructuur zorgen ervoor dat het niet lukt om voldoende waarde uit data te halen. De respondenten pleiten in het onderzoek voor betere security (63 procent), het uitvoeren van meer realtime analyses (55 procent), het vaker nemen van beslissingen op basis van data (55 procent) en het beter verbinden van data aan kernbusinessfuncties (45 procent).

Gebrek aan kennis binnen bedrijven is ook een bron van zorg. Meer dan een derde van de respondenten (36 procent) noemt ‘niet beschikken over de skills om de explosie van data te beheren’ als de grootste zorg. De grootste angst volgens 28 procent is ‘dat medewerkers niet op één lijn zitten als het gaat om datapolicy’s.’