Tijdens een speciale informatiebijeenkomst heeft de Universiteit Maastricht woensdag details gegeven over de ransomware-uitbraak die de organisatie op 23 december trof.

Vaak dringen cybercriminelen stapje voor stapje en deels handmatig door in de computersystemen van een grote organisatie, totdat de malware zodanig is geïnstalleerd dat op een gegeven moment de totale aanval kan worden ingezet. Dat was bij de UM dus op 23 december het geval, schrijft studentennieuwssite Observant

In de eerste helft van oktober 2019 is een computer in Randwijck, bij ofwel de psychologiefaculteit of de Faculty of Health, Medicine and Life sciences, geïnfecteerd. Vanuit vermoedelijk een geopend Excel-bestand heeft het virus zich langzaam en onopgemerkt kunnen verspreiden. Later zou ook een computer bij de School of Business and Economics zijn getroffen. 

Overigens kwam dezelfde cyberaanval met het Clop-virus ook binnen bij de Universiteit Utrecht. Alleen werd de aanval daar afgeslagen door twee jaar eerder geïnstalleerde software die ransomware buiten de deur houdt. Welke software het betreft, wil de universiteit niet bekendmaken om criminelen niet slimmer te maken. De Universiteit van Maastricht heeft naast een reguliere virusscanner ook een ‘beveiligingstool’ van Carbon Black. 

Losgeld

Fox-IT heeft onderzoek gedaan naar het beveiligingsincident, zo bleek woensdag. Het beveiligingsbedrijf stelt dat TA505 achter de aanval zit. Dit is een unieke hackersgroep waarschijnlijk afkomstig uit Oost-Europa. Ook heeft de universiteit bevestigd dat er losgeld is betaald aan de criminelen. Er zijn 30 bitcoins betaald, omgerekend 197.000 euro. Er is niet onderhandeld met de cybercriminelen. Eerst is een kleine betaling in bitcoins gedaan om te verifiëren dat het om de juiste ontvanger ging.

Waarschijnlijk zijn er geen persoonsgegevens en wetenschappelijke data in verkeerde handen gevallen, maar er loopt nog steeds een onderzoek.

Belangrijkste lessen

De belangrijkste lessen die de universiteit heeft geleerd, zijn allereerst: awareness, zo stelt een woordvoerder. “Het betekent dat we er nog beter voor moeten zorgen dat staf en studenten in staat zijn om phishingmail te herkennen.” Ook wil de universiteit voorkomen dat er schade ontstaat door te zorgen dat de laatste updates en upgrades geïnstalleerd zijn en dat het netwerk en servers proactief gemonitord worden.

Daarnaast gaat de universiteit segmentering aanbrengen op rechten van met name gebruikers en beheerders en segmentering in het fysieke netwerk. En de derde les: als er toch schade is, moet je ervoor zorgen dat er een heel palet van back-ups beschikbaar is.

foto: Twitter @observantUM

Fysieke-infrastructuurleverancier Vertiv heeft vijf trends vastgesteld voor 2020. Een daarvan is dat organisaties niet langer meer kiezen voor on-prem of cloud, maar om de mate van cloud in combinatie met edge rond een core-netwerk.

De nieuwe hybrid-architecturen stellen organisaties volgens Vertiv in staat de controle te houden over gevoelige data en toch te voldoen aan de stijgende vraag naar meer capaciteit en betere computingmogelijkheden dichter bij de klant. Nu connectiviteit en beschikbaarheid samenhangende concepten worden in dit nieuwe dataecosysteem, ziet het bedrijf naadloze communicatie van core naar cloud naar edge steeds belangrijke vorden.

“Er ontstaat een nieuw evenwicht in de datacenterwereld, nu de branche worstelt met uitdagingen op het gebied van capaciteit en geavanceerde applicaties die vragen om aanzienlijke veranderingen aan alle soorten datacenters”, zegt Rob Johnson, CEO van Vertiv. “Daarnaast wordt implementatiesnelheid steeds meer de doorslaggevende factor bij de keuze voor een bepaalde technologie. Grote kans dat dat in 2020 bepalend is voor investeringen en innovatie. Dit gaat zich op verschillende manieren uiten, maar de boodschap aan leveranciers van datacenterapparatuur is duidelijk: de status quo is onacceptabel.”

De 5 trends die Vertiv ziet

1. Hybrid-architecturen worden mainstream. “Hoewel cloudcomputing een belangrijk onderdeel blijft van de IT-strategie bij de meeste organisaties, zien we een subtiele verandering in de strategie: organisaties willen hun IT-mix en -uitgaven afstemmen op de behoeften van hun applicaties. Nu we steeds meer van deze hybrid-architecturen zien, wordt het ook steeds duidelijker dat het enterprise-datacenter springlevend is – zelfs als zijn rol verandert.”

2. Implementatiesnelheid als nieuwe wapenwedloop. “Naarmate de mogelijkheden van technologieën en systemen afvlakken, wenden datacenter- en IT-managers zich steeds meer tot andere criteria voor het selecteren van apparatuur. De kosten zijn altijd een belangrijke factor, maar de keuze is steeds vaker afhankelijk van hoe snel assets te implementeren zijn. Wanneer alle andere aspecten dicht bij elkaar liggen, kan elk voordeel in implementatiesnelheid een doorslaggevende factor zijn. Dat geldt vooral nu in de moderne gedistribueerde netwerken computing gemigreerd wordt naar de edge en vertragingen in delivery een negatieve invloed hebben op service – en daarmee omzet.”

3. De gemiddelde rack-dichtheid blijft statisch, maar… “Hoewel de gemiddelde rack-dichtheid waarschijnlijk in het gunstigste geval marginale groei kent, zal de toename van geavanceerde applicaties en workloads gerelateerd aan artificial intelligence (AI) – zoals machine learning en deep learning – krachtige computing noodzakelijk en gebruikelijker maken. Experts van Vertiv zien de eerste activiteiten op dit gebied in 2020 bij defensie, geavanceerde analytics en productie. Hiermee wordt de basis gelegd voor bredere adoptie in 2021 en verder. Deze racks vormen tot nu toe een gering percentage van het totale aantal racks. Echter, ze kunnen garant staan voor ongewone uitdagingen voor wat betreft power en koeling, en die moeten wel aangepakt worden. De toenemende interesse in rechtstreekse vloeistofkoeling is een reactie op de vraag naar krachtige computing.”

4. Accu’s blijven dé manier om kosten te beperken. “In 2016 voorspelden experts van Vertiv al dat lithium-ion-batterijen hun weg naar het datacenter gevonden hadden. En dat bleek te kloppen, want dit type batterijen is goed voor een aanzienlijk deel van de UPS-batterijmarkt vandaag de dag. Dat aandeel groeit zelfs en breidt zich uit naar edgesites, waar de kleinere footprint en lagere onderhoudseisen een natuurlijke match zijn. De volgende stap is gebruikmaken van de flexibiliteit van lithium-ion- en andere opkomende batterij-alternatieven, zoals thin plate pure lead (TPPL), om de kosten te drukken. Nu we 2020 ingaan, gaan steeds meer organisaties de opgeslagen energie in deze batterijen terugverkopen aan het nutsbedrijf om bij te dragen aan grid-stabilisatie en het terugbrengen van pieken. Reken erop dat dit een belangrijk onderdeel wordt van grootschaligere discussies rondom duurzaamheid in de datacenterbranche.”

5. Wereldwijde kruisbestuiving. De Verenigde Staten – en dan met name Silicon Valley – zijn het epicenter van het digitale omniversum en deze generatie van datacenterontwikkelingen, maar innovatie vindt overal plaats. In China komt namelijk een parallel digitaal ecosysteem op met opmerkelijke verschillen. Datacenters in Europa en in andere markten in Azië en Oceanië, zoals Australië, Nieuw-Zeeland en Singapore, bewegen zich weg van traditionele strategieën op basis van specifieke regionale issues die gerelateerd zijn aan dataprivacy, controle en duurzaamheid. GDPR-compliance bijvoorbeeld stelt organisaties over de hele wereld voor moeilijke beslissingen rondom databeheer. Deze issues én de krachtige focus op klimaatverandering resulteren in nieuwe denkwijzen ten aanzien van hybrid-architectuur en de waarde van on-premise computing en datastorage. In China draaien sommige datacenters 240 V DC power al op door de fabrikant aangepaste servers om efficiëntie te verbeteren en kosten te reduceren. Het is niet ondenkbaar dat andere delen van de wereld het model adopteren dat nu al in China wordt omarmd.”

Investlink, het kapitaalfonds in handen van Hans Van Erum, Bert Van Loco en Frank Staut, heeft een participatie genomen in netwerk, security en IoT distributeur Kappa Data. De eigenaars van het kapitaalfonds zijn bekend als de oprichters van Securelink, vorig jaar overgenomen door Orange Cybersecurity.

In België is het bedrijf al jaren een gevestigde waarde en is het de geprefereerde distributeur voor tal van resellers. Sinds enkele jaren is Kappa Data ook actief in Nederland en in Polen. In eerste instantie is het de bedoeling om de aanwezigheid te versterken in die landen, al sluit het bedrijf mogelijke overnames in andere landen zeker niet uit.

“Met ons managementteam zijn we erin geslaagd om Kappa Data de laatste jaren sterk te laten groeien. Onze omzet en winst zijn gedurende de laatste 5 jaar verdubbeld. Met deze investering ondersteunen we onze groeiplannen en kunnen we de volgende 5 jaar opnieuw verdubbelen,” aldus Chris Willems, Managing Partner Kappa Data.

Bert van Loco, Managing Partner Investlink: “Door onze ervaringen met Securelink kennen we de sector natuurlijk zeer goed. Onze ervaringen als klant van Kappa Data zijn altijd uitstekend geweest. Wij zien het als een grote uitdaging onze kennis van de markt te delen met Kappa Data en hen zo te versterken.”

Patrick Casteels, Managing Partner Kappa Data: “Met de participatie van Investlink krijgen we er niet alleen een zeer kapitaalkrachtige partner bij. Hun kennis van de markt en hun succesverhaal met Securelink geven deze participatie een extra dimensie die je bij een kapitaalfonds zelden tegenkomt”.

Computer- en technologiedistributeur Ingram Micro neemt managed services en IT-dienstverlener Ictivity over. Door deze overname breidt Ingram Micro de servicemogelijkheden naar zijn partners verder uit. Ictivity krijgt toegang tot belangrijke technologiepartners, waardoor kennis en expertise worden uitgebouwd en het bedrijf zijn klanten nog beter van dienst kan zijn.

De overname is geëffectueerd op 1 februari. Ictivity heeft vestigingen in Eindhoven en Vianen en telt 155 medewerkers. De naam Ictivity blijft bestaan in de markt en het bedrijf blijft zelfstandig opereren. Verdere details van de overname werden niet bekendgemaakt.

Extra expertise

Door de overname is Ingram Micro in staat om zijn relaties nóg beter bij te staan in gecompliceerde IT-trajecten, gebruikmakend van de kennis van de consultants en dienstverlening van Ictivity. Op deze manier vormen de hooggekwalificeerde en ervaren IT-specialisten een welkome aanvulling op de kennis en expertise die al bij de bestaande resellers van Ingram Micro in huis is, en tevens daar waar die expertise eventueel ontbreekt of tekortschiet.

Transformatie

Met de overname van Ictivity haalt Ingram Micro Benelux in één keer een grote hoeveelheid ervaring en expertise op het gebied van IT-dienstverlening in huis, en dan met name op het vlak van managed IT-services, de implementatie van projecten, training en IT-adoptie.
Ingram Micro is al enkele jaren aan het transformeren van een traditionele distributeur naar een value added distributeur voor IT-resellers. Deze weg is eerder ingeslagen met Ingram Micro Advanced Solutions, Flexible Services en het nieuwe go-to-market-model ONE Ingram Micro. Deze overname is daar een vervolg op. Door het dienstenportfolio uit te breiden en kwalitatief te verbeteren is Ingram Micro beter in staat om aan de toenemende vraag vanuit zijn partners naar dergelijke services te voldoen.

Eric Segers, Vice President van Ingram Micro Benelux, is enorm blij met de overname: “Met de overname van Ictivity kunnen we op basis van marktontwikkelingen en de vragen van onze partners de diensten en services leveren waar ze om vragen. We kijken uit naar een optimale samenwerking waardoor wij onze partners beter kunnen ondersteunen met een nog breder portfolio aan diensten en services.”

“Graag willen wij de medewerkers van Ictivity verwelkomen binnen het Ingram Micro team,” vult Mark Snider, Executive Vice President EMEA, aan. “Deze acquisitie sluit perfect aan bij de strategie van EMEA om het service portfolio van onze organisatie uit te breiden. Wij zijn enorm verheugd deze services te kunnen aanbieden aan onze partners in Nederland.”

Wilbert van Beek, directeur van Ictivity: “Onze medewerkers en relaties kiezen bewust voor De Ictivity Groep. De unieke combinatie met Ingram Micro biedt ons de kans om onder eigen naam en op basis van onze sterke User Based Computing-visie, onze huidige dienstverlening te blijven leveren en verder te groeien. Het is tevens een kans om de relaties van Ingram Micro te ondersteunen met onze diensten en services. Wij geloven erin dat samenwerking de sleutel tot succes is voor relevantie in de markt. Deze stap gaat ervoor zorgen dat we niet alleen nu, maar ook in de toekomst, de beste IT-dienstverlener zijn voor middelgrote organisaties in Nederland.”

Meer informatie: www.ingram.nl

De lantaarnpaal wordt nog te vaak gezien als handig punt om 5G-cellen, sensoren en laadstations aan te hangen. Een beter alternatief is een speciale, modulaire eenheid die meerdere functies combineert, waaronder de verlichtingsfunctie. Dat staat in een rapport van Openbare Verlichting Nederland (OVLNL) en BTG (Branchevereniging ICT en Telecom Grootgebruikers). 

Op het eerste gezicht is de lantaarnpaal een ideale plek om functies aan toe voegen. Er zijn er veel, ze hebben een goede hoogte en ze staan op de juiste plekken. Toch is een multifunctionele hub – speciaal ontwikkeld voor meerdere functies – een betere optie, staat in het rapport De dans om de paal. Zo’n hub kan allerlei functies herbergen. Denk aan parkeerautomaat, E-laadpunt, marktaansluiting, evenementenaansluiting, aslast meting, gladheidsmeting, buurt AED’s, verlichting, cameratoezicht, camera’s voor milieu, sensoren, radar en 5G-antenne. Het gaat om modulaire hubs. Ze zijn speciaal voor dit doel ontworpen en passen in het straatbeeld.

In een reactie zegt directeur Petra Claessen van brancheorganisatie BTG: “BTG werkt nauw samen met U4SSC (United for Smart Sustainable Cities) om de Sustainable Development Goals van de UN te realiseren en steden slimmer en duurzamer te maken. Daarin voorzien we dat objecten in de openbare ruimte steeds multifunctioneler gaan worden. Ontwikkelingen in connectiviteit, zoals snel internet met 5G, vragen bijvoorbeeld om plekken waar antennes geplaatst kunnen worden. De kans dat lantaarnpalen daar een rol in gaan spelen is zeker aanwezig. De digitalisering van de openbare ruimte gaat echter veel verder en vraagt om aanpassingen in zowel publieke als private organisaties, zoals nieuwe functies en veranderende verantwoordelijkheden.“

Volgens voorzitter Arthur Klink van de stichting Openbare Verlichting Nederland is de tijd rijp voor een nieuwe visie: ”Niet langer de lichtmast als uitgangspunt, maar een modulaire eenheid die meerdere functies kan herbergen. Eén van die functies kan het dragen van een OVL-armatuur zijn. Dit andere uitgangspunt kent vele voordelen op technisch en organisatorisch vlak en doet recht aan de inrichtingskwaliteit van de openbare ruimte. Het belang van connectiviteit en data en de combinatie van functies en onderwerpen is te groot om het toe te voegen aan de toch al veeleisende taak van de OVL beheerder. Het roept om een nieuwe beheerdiscipline en organisatie. Er ligt een open kans nu we staan voor de uitrol van laadinfrastructuur en 5G.”

In Rotterdam is inmiddels een pilot gestart met een dergelijke hub, de CENT-R. De hub kan uitgerust worden met allerlei smart city toepassingen en kan door het modulaire ontwerp continu worden aangepast aan behoeften en nieuwe toepassingen. De hub is onder meer beschikt voor elektrisch laden, het omzetten van continu naar gelijkspanning netwerk, 5G, camera’s, verlichting en een diversiteit aan sensoren (lucht, geluid, et cetera).