Features van Jabra’s Xpress assets en device management zijn opgenomen in de PowerSuite van Unify Square. Hierdoor kunnen IT-afdelingen Jabra-devices die werken met Skype voor Business en Microsoft Teams, volgens een bericht van Jabra, eenvoudiger beheren.

Jabra wil bedrijven zo helpen de acceptatie van UC onder medewerkers te vergroten. Alle functionaliteit van Jabra’s gepatenteerde Xpress systeem voor assets management is nu opgenomen in PowerSuite, de management- en beheersoftware van Unify Square. Unify heeft hiertoe zelfs een speciale ‘Jabra-editie’ gemaakt van de software. Eerder deze maand heeft Unify de uitbreidingen voor device management uitgebracht en hieronder valt ook een oplossing voor het beheren van alle devices die Microsoft Teams en Skype for Business gebruiken.

IT-managers kunnen nu vanuit PowerSuite zelf uitbreidingen doen die eerder alleen beschikbaar waren voor IP-telefoons en ze kunnen hun device management, rapportages en probleemoplossing verbeteren. Ook kunnen ze makkelijker firmware updates en configuraties uitvoeren voor door Jabra Skype for Business gecertificeerde draadloze USB-headsets en speakerphones. Jabra is volgens het bericht nu de enige leverancier waarvan de headsets volledig zijn geïntegreerd met PowerSuite.

De integratie tussen Jabra en Unify wordt binnenkort uitgebreid met meer features.

Bron: Jabra

ESET heeft woensdag wereldwijd de Cloud Administrator gelanceerd. ESET Cloud Administrator is een cloudgebaseerd security beheerconsole die speciaal is ontworpen om de IT-security uitdagingen van kleine en middelgrote bedrijven aan te pakken.

ESET beschrijft Cloud Administrator zelf als een soort ‘centrale afstandsbediening’ voor de security-oplossingen, zoals ESET Endpoint Antivirus & Security voor Windows en macOS en File Security voor Microsoft Windows Server. Ook kunnen met Cloud Administrator rapporten over beveiligingsincidenten en algemene prestaties van de beveiligingssoftware worden opgeroepen.

Vanwege het gebruiksgemak zou een IT-verantwoordelijke niet over uitgebreide IT-vaardigheden hoeven te beschikken. “Voor kleine en middelgrote bedrijven moet een beveiligingsoplossing betrouwbaar en gebruiksvriendelijk zijn en een minimale impact hebben op hun IT- en bedrijfsprocessen”, aldus Vladimír Maťovčík, Business Security Product Manager bij ESET.

De oplossing is klaar om out-of-the-box te worden gebruikt en voert ook op de achtergrond upgrades uit zonder dat er een beheerder nodig is. Bovendien heeft ESET Cloud Administrator geen extra IT-personeel of hardware nodig, wat de kosten voor kleine en middelgrote ondernemingen aanzienlijk verlaagt, aldus het beveiligingsbedrijf zelf.

Beheerde detectie en respons (MDR) -services vullen de behoefte in van organisaties van elke omvang, die niet voldoende beschikken over interne beveiligingsmiddelen en expertise en die hun investeringen willen uitbreiden naar meer dan enkel preventieve beveiligingstechnologieën.

Met MDR-services kunnen organisaties 24 uur per dag en 7 dagen per week toegewijde voorzieningen voor bedreigingsmonitoring, detectie en respons toevoegen via een turn-key benadering. Leiders in beveiligings- en risicomanagement kunnen de Market Guide van Gartner gebruiken voor onderzoek naar managed detectie en responsdiensten om te bepalen of MDR-services geschikt zijn voor hun omgeving.

F-Secure is van mening dat dit rapport schetst:

– Waarom MDR-services in de lift zitten
– Wat de voordelen zijn van een MDR-oplossing
– Hoe de MDR-markt er vandaag de dag uitziet

Download het gratis rapport via F-Secure

https://blog.f-secure.com/gartner-market-guide-for-managed-detection-and-response-services-2018

Huis Oudegein in Nieuwegein was ook dit jaar de locatie voor het IoT Summit, waar experts deelnamen aan een rondetafelgesprek over Internet of Things (IoT). Er werd gepraat over de kansen die IoT biedt voor Nederland. Er was ook aandacht voor knelpunten, zoals de zorgen over beveiliging en privacy.  

Op de schitterende locatie was er een gevarieerd gezelschap om te praten over IoT-ontwikkelingen. Zo was er de eerste Nederlandse IoT-reseller ElioT, vertegenwoordigd in de persoon van Jochem Koppes. Namens Dell zat chairman big data innovation hub Kenny Pool aan tafel. Voor KPN was sales directeur IoT & data Maurice Janssen Duijghuijsen aanwezig. Vanessa Claessen vertegenwoordigde M2M Blue, een specialist in connectiviteit. Voor MCS, een technologiespecialist met ruime IoT-ervaring, zat Jasper den Hartog aan tafel. Ook IoT-kenner Marco Heida van Internet of Things Nederland schoof aan.

Na een korte voorstelronde, waarin de aanwezigen vertelden over hun activiteiten rond IoT, ontstond al snel een geanimeerd gesprek over de kansen die de technologie biedt. Er werd afgetrapt met een inschatting hoe de Nederlandse markt ervoor staat. Recente berichten dat Nederland niet voorop loopt, werden niet volledig onderschreven. De aanwezigen erkenden wel dat het nodige zendingswerk nodig blijft om aan Nederlandse bedrijven uit te leggen wat de voordelen zijn van IoT. Dat biedt kansen voor het partnerkanaal dat bij uitstek bedrijven kan adviseren. Er gingen talloze voorbeelden over tafel van recente projecten die aantonen welke businesskansen IoT biedt. 

Binnenkort op deze site en in het IoT Dossier, dat in november verschijnt, ruim verslag van het IoT Summit.

IoT Summit

 

De term ‘het nieuwe werken’ werd een aantal jaren geleden veel gebruikt, maar tot dat ‘nieuwe werken’ kwamen we sporadisch. Met de nu weer goed draaiende economie stapt iedereen weer in zijn of haar auto en sluit aan in steeds langer wordende files, op weg naar kantoor. En eenmaal in dat kantoor ontplooit men activiteiten die ook prima op andere locaties kunnen. De digitale werkplek maakt dat laatste mogelijk. (meer…)

Ik woon in Amsterdam. Al jaren. En ik hou van deze stad. Amsterdam staat voor mij voor vrijheid, voor leven, voor gelijkwaardigheid. Diversiteit is een groot goed. Diversiteit in nationaliteiten, in vrijheid van godsdienst, in geaardheid. Kunnen zijn wie je bent, respect en bewondering hebben voor iemand die anders is. Dat kenmerkt mijn stad. Begin augustus was ik bij de jaarlijkse Pride Amsterdam. Wat mij betreft een feest waar we gelijkheid, diversiteit en inclusiviteit vieren.

 

Waarden die we als ICT-sector graag uitdragen. Dat bleek ook uit het aantal boten van ICT-bedrijven dat ik voorbij zag komen in de Canal Parade. Het is geweldig dat bedrijven op deze manier bijdragen aan dit event. En dat is nodig, want op dit vlak valt er nog veel te verbeteren in de digitale wereld.

Zo las ik over een onderzoek van de Boston Consulting Group naar investeringen in startups. Het blijkt dat er veel minder wordt geïnvesteerd in bedrijven die door vrouwen zijn opgericht. Gemiddeld krijgen vrouwelijke ondernemers minder dan de helft van wat hun mannelijke collega’s ophalen. Dat is al gênant, maar het wordt nog pijnlijker. Het blijkt namelijk ook dat vrouwelijke ondernemers twee keer zo veel omzet per geïnvesteerde dollar realiseren dan mannen. Over gemiste kansen gesproken!

Om te voorkomen dat ik nu mailtjes krijg van mensen die me willen uitleggen waarom deze cijfers niet kloppen: ik snap dat het maar één onderzoek is. En een Amerikaans onderzoek. Maar het valt niet te ontkennen dat we ook in de Nederlandse digitale sector moeite hebben om mannen en vrouwen gelijke kansen te bieden. En dat is zonde. Al was het maar omdat keer op keer blijkt dat diversiteit zorgt voor betere producten en meer succesvolle bedrijven.

Met diversiteit bedoel ik niet alleen geslacht, maar ook geaardheid, afkomst of religie. Digitale technologie heeft een enorme impact op de samenleving. Laten we dan zorgen dat de mensen die deze technologie maken de samenleving reflecteren. Sterker nog: digitale technologie moet toegankelijk zijn voor iedereen. Dat heeft veel te maken met kennis en skills, maar ook met de cultuur binnen de sector.

Misschien zijn we te veel gewend om ons werk achter de schermen te doen. Voor veel mensen staat ICT gelijk aan die zuchtende persoon die de boel komt repareren als iemand weer eens iets doms heeft gedaan. Met dat cliché moeten we echt afrekenen. Digitale technologie is overal, we staan midden in de economie en midden in de samenleving. Het is onze verantwoordelijkheid om zo veel mogelijk mensen mee te nemen in de digitale transformatie.

“We zijn van binnen mooier dan we van buiten lijken”, zei mijn nieuwe voorzitter Ernst-Jan Stigter bij zijn aantreden. En gelijk heeft hij. Ik zie elke dag talentvolle, gedreven mensen die succesvolle projecten uitvoeren met maatschappelijke impact. Dat mogen we best wat meer laten zien. Het is goed om af en toe ook eens uitbundig en trots te zijn!

Lotte de Bruijn is directeur van Nederland ICT.
Reageren? lotte@nederlandict.nl

 

De langzame implementatie van IPv6 in Nederland is schadelijk voor het innovatieklimaat. Dat is de conclusie van een onderzoek in opdracht van SIDN. Tech-ondernemingen zullen zich namelijk eerder vestigen in landen waar IPv6 al ruim voorhanden is, denkt de beheerder van domeinnamen.

IPv6 is de opvolger van IPv4 als basis van de adressering van het internet maar het aantal beschikbare IPv4-adressen is op. De technische workarounds om het IPv4-netwerk draaiende te houden vormen volgens SIDN een belemmering voor de stabiliteit van het internet. SIDN is de Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN) en beheert sinds 1996 de domeinnamen in Nederland.

Imago

Voor de positie van Nederland is de trage adoptie van IPv6 volgens algemeen directeur Roelof Meijer (foto) van SIDN schadelijk en doet het zelfs afbreuk aan het imago van Nederland als innovatieve voorloper. “Hierdoor is de kans groter dat startups en innovatieve tech-ondernemingen zich elders zullen vestigen waar IPv6 al ruim voorhanden is”, aldus Meijer. “Het is wat dat betreft tekenend dat de diensten van grote technologische bedrijven zoals Netflix, Google en Facebook al lang via IPv6 werken.”

Daarnaast wijst Meijer op de groeiende noodzaak van beschikbare IP-adressen door de opkomst van IoT. “Hubs en gateways die nodig zijn om te kunnen communiceren met IoT-devices en domotica hebben ook een IP-adres nodig. Om mee te kunnen blijven gaan in de ontwikkelingen op dit gebied, is verdere implementatie van IPv6 noodzakelijk.”

KPN en Ziggo

De techniek achter IPv6 biedt meer adresruimte waardoor er veel meer IP-adressen beschikbaar zijn. Maar de adoptie van IPv6 gaat vooralsnog langzaam in Nederland, zo blijkt uit metingen van Google. Dit is volgens SIDN schadelijk voor de nationale concurrentiepositie als het gaat om innovatie. Volgens het rapport ligt de oorzaak voor deze trage adoptie voor een belangrijk deel bij de twee grootste access providers van Nederland: KPN en Ziggo bieden internetgebruikers geen volwaardige, dual-stack IPv6-verbinding.

340 sextiljoen

Cijfers van Google laten zien dat in België ruim 54 procent van alle bezoeken aan een Google-pagina afkomstig is van een IPv6-adres. In Nederland is dit slechts 13,2 procent. De trage adoptie van maakt ons land minder interessant maakt voor investeringen en innovaties op het gebied van onder meer het internet-of-things (IoT).

IPv4 is al bijna 40 jaar oud, maar transporteert nog altijd het grootste deel van het internetverkeer. Doordat het internet zich snel ontwikkelt voldoet IPv4 al een tijd niet meer aan de vraag. De techniek achter IPv6 lost dat probleem. In totaal zijn er ruim 4 miljard IPv4-adressen, terwijl het aantal IPv6-adressen op 340 sextiljoen ligt (het getal 34 gevolgd door 37 nullen).

Geen financiële incentive

Koepelorganisatie Digitale Infrastructuur Nederland (DINL), vertegenwoordiger van de partijen die de faciliteiten voor de digitale economie leveren, is nog niet overtuigd van het belang van IPv6, zo blijkt uit het onderzoek. Volgens DINL is er op dit moment geen nijpend tekort aan IPv4-adressen en mist er daarom een financiële incentive om over te stappen naar IPv6. Wel pleit DINL voor verder onderzoek naar de risico’s van de trage adoptie, om te voorkomen dat de sector wordt overvallen door ontwikkelingen waar ze niet snel genoeg meer op kan reageren.

Onderlinge verschillen

Uit het onderzoek van SIDN blijkt dat de grootste ondernemingen en de kleine bedrijven het beter doen dan de ondernemingen die er qua grootte tussenin zitten. Qua sectoren doen universiteiten het veruit het beste met een score van 43 procent. De zakelijke wereld doet het op haar beurt beter dan publieke sectoren. Maar de totaalscores zijn in het algemeen teleurstellend laag, aldus SIDN.

Bron: SIDN