VoIP-specialist Xelion en telecomreseller Tiptel gaan vanaf dit najaar gezamenlijk hosted telefoniediensten aanbieden in België en Luxemburg. Dit maakten beide bedrijven onlangs bekend.

Belangrijkste reden voor beide partijen om dit najaar de Belgische en Luxemburgse markt te betreden, is dat in dit land de markt voor hosted telefonie nog erg in de kinderschoenen staat. Ongeveer 6 procent van de Belgische bedrijven belt via de cloud, terwijl dit percentage, aldus beide bedrijven, op 25 procent ligt. Xelion en Tiptel verwachten dat de zuiderburen de komende jaren de achterstand in hosted telefonie snel zullen inlopen, dus is het logisch om daar alvast een positie te gaan innemen. “We werken met een aantal professionele telefoniepartners in België en Luxemburg die belangstelling tonen in hosted voice diensten. Wij kunnen dat als geen ander invullen omdat we de kennis en producten hebben”, zegt directeur Ton Kuppens van Tiptel Benelux in een commentaar. “Door dit te combineren met de Xelion-dienst kunnen we een topoplossing bieden die onze partners laat profiteren van de verschuiving naar hosted voice diensten in België en Luxemburg.”

Concrete oplossing

Concreet gaan beide partijen een voor Tiptel aangepaste versie van het hosted telefonieplatform van Xelion leveren in combinatie met ondersteuning van de VoIP-telefoons van Htek. Deze VoIP-telefoons distribueert Tiptel al in meerdere landen in Europa.

Bron: Xelion

Uit onderzoek van de specialist op het gebied van ‘trade-in’ smartphones Hyla Mobile blijkt onder meer dat eindgebruikers langer aan hun smartphones blijven vasthouden en deze op een later tijdstip vervangen en aanbieden op de tweedehandsmarkt.

Volgens het onderzoek  van de specialist op het gebied van tweedehands smartphones onder eindgebruikers in de Verenigde Staten houden bezitters van smartphones langer vast aan hun toestellen. De gemiddelde inruiltermijn of wanneer deze toestellen worden doorgegeven aan familie of tweedehands worden verkocht, ligt nu op 2.80 jaar. In 2017 was dit nog 2.59 jaar en in 2016 2.38 jaar. Eindgebruikers van iPhones houden langer dan het gemiddelde hun toestellen vast voor eigen gebruik, zo concludeert het onderzoek verder. Voor dit merk smartphones ligt de gemiddelde ‘vasthoudtijd’ op bijna drie jaar.

Omzet stijgt

Consumenten die langer aan hun toestellen vasthouden kunnen zorgen voor minder tweedehandsaanbod, maar uit de omzet van tweedehandstoestellen op de Amerikaanse markt blijkt dit niet, aldus de onderzoekers. In het tweede kwartaal van 2018 bedroeg de omzet in dit segment in totaal bijna 415 miljoen dollar. Dit was 30 miljoen dollar meer dan in dezelfde periode in 2017. De iPhone van Apple, en in het bijzonder de iPhone 6, is de meest verhandelde smartphone op de Amerikaanse tweedehandsmarkt. Voor iPhones ligt, aldus het onderzoek van Hyla Mobile, nu de vernieuwingscyclus op gemiddeld drie of vier jaar.

Meerdere mobiele levens

De specialisten constateren verder nog dat steeds meer toestellen niet alleen een tweede leven krijgen, maar zelfs een derde of een vierde. Wel waarschuwen de onderzoekers potentiele verkopers zich niet helemaal rijk te rekenen. Voor smartphones blijft gelden: de waarde is de dagwaarde en niets anders.

Bron: Hyla Mobile

Cybercriminelen breken in op Internet of Things (IoT)-apparaten om ze als proxy te gebruiken. Inbrekers kunnen zo hun activiteiten anoniem uitvoeren. Daarvoor waarschuwt de FBI. 

De FBI schrijft dat IoT-devices aantrekkelijk zijn, omdat alle verbindingen via het IP-adres van het slachtoffer verlopen. Daardoor blijven de criminelen zelf buiten schot. Vooral IoT-apparaten in ontwikkelde landen zijn interessant. Criminelen kunnen via die route toegang krijgen tot servers die IP-adressen met een verdachte herkomst blokkeren.

De FBI noemt een aantal voorbeelden van apparaten die worden gebruikt als proxy. Te denken valt aan routers, streaming audio- of video-apparaten, IP-camera’s, DVR’s, satellietontvangers, netwerkschijven en Raspberry Pi’s. Door dergelijke apparaten binnen te dringen, kunnen criminelen onder meer spam versturen, hun internetgebruik maskeren, klikfraude plegen, illegale koopwaar verhandelen, wachtwoorden stelen en IoT-botnets verhuren.

Voor deze doeleinden hacken cybercriminelen vooral IoT-apparaten met een slechte beveiliging of verouderde firmware. Ook gebruiken ze brute force aanvallen om toegang te krijgen met standaard gebruikersnamen en wachtwoorden.

Het is niet altijd eenvoudig om te ontdekken of een apparaat is geïnfecteerd. Dit zijn enkele aanwijzingen, schrijft de FBI:

  • Een grote toename van het internetverbruik,
  • Een hogere internetrekening,
  • Apparaten die langzaam worden of niet meer werken,
  • Ongebruikelijk uitgaand internetverkeer,
  • Trage internetverbinding.

Om beschermd te zijn tegen dit soort aanvallen, raadt de FBI aan om apparaten regelmatig te rebooten. De meeste malware staat in het tijdelijke geheugen van een IoT-apparaat dat wordt geleegd bij een herstart. Daarnaast moeten gebruikers altijd standaard gebruikersnamen en wachtwoorden wijzigen, antivirussoftware bijwerken, IoT-devices updaten en een firewall gebruiken. Ook is het verstandig om IoT-devices af te schermen van het overige netwerkverkeer.